De transitie van de voormalige conservenfabriek Tieleman & Dros in Leiden naar een complex van zestien woningen is een groot succes. Dit industrieel erfgoed kreeg de toepasselijke naam ‘De Woonfabriek’, een naam die verbinding legt tussen heden en verleden. Het is bijzonder om te zien hoe Esther Stevelink en Arie Bergsma van het Leidse architectenbureau Gaaga erin geslaagd zijn om met eerbied voor de bestaande bouw met al zijn historie, een volledige functieverandering te realiseren. De oude conservenfabriek, die ooit op de nominatie stond voor sloop, maakt met deze transformatie weer nieuwe geschiedenis.
De woningen zijn onder collectief particulier opdrachtgeverschap gerealiseerd, deels in de oude fabriekscasco’s en deels door nieuwbouw. “Door deze nieuwbouw is een sfeervol hofje ontstaan”, zegt Esther Stevelink. “Hiervoor is het braakliggend terrein gebruikt tussen de conservenfabriek en de doorlopende weg. Door een van de minder karakteristieke fabriekshallen te slopen, ontstond er ruimte voor het hofje en de gemeenschappelijke binnentuin met aangrenzende privéterrassen. Het was daardoor niet nodig elke woning van een buitenruimte te voorzien, wat tot meer ontwerpvrijheid leidde.” De hofwoningen zijn volgens Arie Bergsma achterstevoren geplaatst: “De voordeur van deze hofwoningen – een soort rijtjeshuizen – komt uit op het hofje. Hierdoor is de nieuwbouw niet autonoom, maar maakt deel uit van het totale wooncomplex.”
De gestucte gevels van deze woningen zijn bij de aansluiting met het dak voorzien van een aluminium dakrand. De hoge vensterpartijen met aluminium kozijnen en horizontaal aluminium zetwerk geven de woningen een transparant en open karakter binnen de relatieve beslotenheid van het hofje. Ook zijn op de woningen aluminium muurafdeksystemen met aluminium balusters toegepast als afscheiding van de buitenruimte. Bergsma: “De aluminium balustersystemen hebben als voordeel dat je de borstwering relatief laag kunt houden, wat het doorzicht vergroot.”
De uit gemêleerde metselsteen opgetrokken nieuwbouwgevel heeft op de hoek aan de buitenzijde twee prominente aluminium erkers die de overgang accentueren van oud naar nieuw. In combinatie met de kleinere, verticale aluminium vensters die boven elkaar zijn geplaatst, ontstaat een enigszins industriële uitstraling, die goed aansluit bij de allure van het totale complex. De overgang van de gevel naar het dak is gedetailleerd met een aluminium dakrand. De architecten wilden ook de industriële uitstraling aan de binnenkant van De Woonfabriek behouden. Esther Stevelink: “We moesten ervoor zorgen dat de oorspronkelijke, scheve fabrieksmuren hun karakteristieke uitstraling zouden behouden. In plaats van een dikke laag isolatie, brachten we gasbetonblokjes aan die de lijn van de muren volgen. De isolatie is niet zichtbaar.”
Niet alleen de toevoeging van nieuwe architectuur, maar ook het gebruik van verschillende bestaande en nieuwe materialen, zoals hout (een van de oude fabriekshallen heeft een originele houten kapconstructie), staal, steen en aluminium, passen prima bij een transformatieproject, zoals De Woonfabriek. De verbinding tussen heden en verleden vormt een opmaat naar een nieuwe toekomst voor de oude fabriek van Tieleman & Dros.