501 nieuwe appartementen in stadshart van Eindhoven, waar aluminium detaillering de diversiviteit en de internationale allure benadrukt. Behalve duurzaamheid waren de strakke en gladde afwerking de belangrijkste afwegingen van de architect om te kiezen voor aluminium afwerking.
Er zijn maar weinig voetballers die alles met de bal kunnen op de vierkante meter. De meeste acties sterven na een inspirerend begin in schoonheid. De kleine ruimte is vooral het domein van Messi en in een roemrucht verleden van Maradonna. Pal naast het PSVstadion in Eindhoven is het Stadionkwartier verrezen: een enorm complex met zestien gebouwen, 501 woningen, zo’n 20.000 m2 kantoorruimte en met daaronder een drielaagse parkeergarage.
Een huzarenstukje in de kleine ruimte. Balgoochelaar op de vierkante meter en verantwoordelijke architect Cees Vermeulen (destijds Vermeulen van Aken Architectuur en momenteel Vermeulen Architectuur), is betrokken bij het ontwerp van vrijwel alle gebouwen. Markant oriëntatiepunt is de zeventig meter hoge woontoren, ontworpen door Wiel Arets.
Het voert te ver om alle gebouwen, die luisteren naar namen van wereldsteden, zoals Hartje New York, Hartje Rio, Hartje Milaan, uitvoerig te omschrijven. Het totale complex ademt internationale allure uit. Cees Vermeulen, die in nauwe samenwerking met de gemeente Eindhoven en supervisor Adriaan Geuze, ook aan de basis stond van het stedenbouwkundig plan, zegt: “Er is enorm veel gerealiseerd op een relatief klein oppervlak. Hoewel er bewust is gekozen voor veel variatie is er wel een duidelijke lijn zichtbaar. Het zijn stuk voor stuk gebouwen met een hoge ontwerpkwaliteit, met een gedifferentieerde hoofdstructuur en helder materiaalgebruik, zoals stucwerk, natuursteen, baksteen, beton en onder meer aluminium detailleringen. Ik ontwerp vanuit de logica van de toegepaste materialen met verschillende tektonische kwaliteiten. Met bakstenen bekleed je geen gevel; die stapel je van onderaf. Vergelijk het met het bereiden van soep. Geen haute cuisine, maar een herkenbare soep, tolerant voor bezuinigingen – zolang je maar binnen het concept blijft – maar wel met uitstekende en logische ingrediënten.”
Gewoon en goed zijn voor de architect sleutelbegrippen, maar dat neemt niet weg dat de gebouwen zich kenmerken door een zekere subtiliteit; nuanceringen die een tijdsbeeld vertolken. Zo heeft Hartje Wenen fraaie organische balkonhekken in tegenstelling tot de modernere aluminium kozijnen van Hartje Tokio. Hartje Sydney refereert weer aan de Amsterdamse School, midden jaren 20 van de vorige eeuw. “Zo ontstaat er een bijzondere diversiteit, die de logica van het totale project geen geweld aandoet”, zegt Cees Vermeulen.
Die logica komt ook tot uiting in de toepassing van aluminium detailleringen, die volgens Vermeulen naadloos aansluiten op de eigentijdse vormgeving: “Het is het geijkte afwerkingsmateriaal. Aluminium is bij uitstek geschikt voor strakke oplossingen en gladde oppervlakten. Het verhoudt zich in esthetisch detail heel anders dan andere afwerkingsmaterialen. Ook het onderhoudsarme karakter en de daaraan gekoppelde duurzaamheid vallen te prijzen.” Zo heeft de architect op veertien van de zestien gebouwen gekozen voor aluminium muurafdekkappen en waterslagen, waarvoor maar liefst zeven RAL-kleuren zijn gebruikt. Een voorbeeld hiervan is de bruine RAL-kleur, zoals te zien is bij de driehoekige erkertjes. Eén van de ‘wereldgebouwen’ kenmerkt zich door een ronde hoek. Hierbij is een rondgewalste muurafdekkap gebruikt als dakrandafwerking. Ook zijn op diverse plekken boeiboorden, wandbeplating en plafondbeplating toegepast, zoals bij de fietsenstalling naast het stadion en ten behoeve van de luifels aan het wooncomplex, pal naast het spectaculair vormgegeven aluminium geluidscherm tussen het stadion en de wijk. Dit scherm wordt gekenmerkt door een soort vissenschubbenstructuur, waarbij de afzonderlijke vlakken een zodanige hellingshoek hebben, dat het stadiongeluid de lucht in wordt gekaatst.
Al met al is Cees Vermeulen er als verantwoordelijk architect in geslaagd om door middel van logica, helder materiaalgebruik én ondanks de enorme bouwdiversiteit, een herkenbare structuur in het Stadionkwartier aan te brengen. “Want”, zo luidt zijn filosofie “als je ontwerpt vanuit de tektonische eigenschappen van het materiaal, dan volgt de logica vanzelf.”